Boek over Alles
Boek over Alles
- 1. Wat was er vóór het leven?
Het leven zoals wij het kennen, bestaat uit drie ruimtelijke dimensies en één tijddimensie, waarbinnen alles gebeurt wat er kan en moet gebeuren.
In principe is dat al niet meer juist, want er bestaat nog een vierde ruimtelijke dimensie, die wij niet kunnen waarnemen (wegens te klein), maar wel degelijk invloed heeft op ons bestaan. Deze dimensie wordt dan verondersteld 'opgerold' te zijn...
In totaal beschikken wij dus over vijf dimensies. Maar dat zijn eerder beperkingen, want door de fysische wetten kunnen wij meer niet dan wel!
Wat zou er gebeuren, moesten wij in bijvoorbeeld slechts twee ruimtelijke dimensies en één tijdsdimensie leven? Heel eenvoudig: aangezien er in zo'n wereld geen materie kan bestaan - omdat er geen 'plaats' voor is, zouden wij veel minder beperkt zijn in onze bewegingen. In zo'n plat vlak - want zo zou die wereld er dan uitzien - ondervinden wij geen hinder van wat dan ook, en kunnen wij ons vrij bewegen in de tijd. Ook bestaat er dan geen snelheidslimiet; we kunnen door elkaar, over elkaar en in elkaar bewegen naar eigen goeddunken, aangezien wij niet over een stoffelijk lichaam beschikken. Maar ook 'sterven' lijkt niet meer aan de orde, en dus moet het leven erin wel 'vanzelf' gekomen zijn, of 'geschapen' zijn...
Deze wereld lijkt dus al een pak meer ideaal te zijn dan onze bekende vijfdimensionale, niet?
Maar bestààt zo'n wereld wel?... Dat weten we natuurlijk niet, maar het is goed denkbaar van wel. Zo'n wereld zou namelijk helemaal geen plaats innemen, aangezien een plat vlak geen dikte heeft. En dat vlak zou ook gekromd in zichzelf kunnen zijn, zonder toch plaats in te nemen. In onze vijfdimensionale wereld zouden wij derhalve geen idee hebben moest zo'n wereld in of rondom ons bestaan.
Maar laten we verder gaan: een ééndimensionale wereld, met tijd! Dit zou een lijn zijn - recht of gekromd - langs dewelke één of meerdere punten kunnen bewegen. Een beetje zinloos, omdat elk punt - zonder afmetingen- precies hetzelfde is, en er dus geen onderscheid kan gemaakt worden tussen die punten. Dit onderscheid kan wèl gemaakt worden in een tweedimensionale wereld omdat de vlakken daarin een verschillende vorm kunnen hebben!
En hoe zit het dan met nul dimensies?...
Hier doet zich iets heel merkwaardigs voor: er is géén ruimte, en géén tijd. Eén enkel punt zonder afmetingen volstaat om deze wereld te beschrijven. Volgens ons waarnemingssysteem kan er niets gebeuren in zo'n punt, gewoon omdat er niets in zit.
Maar hoe zit het met de psyche, de spiritualiteit? De psychische kracht bestaat wel degelijk en is tot nu toe niet ter sprake gekomen omdat die eveneens geen plaats inneemt.
Wij weten dat elk mens een eigen psyche heeft, die in ons zit, maar in feite geen echte 'plaats' toegewezen krijgt. Het is zelfs best denkbaar en aanvaardbaar wanneer we alle psychen van de hele wereld zouden samenbundelen in één punt! Er is immers toch geen ruimte voor nodig.
En in het geval dat er in dit enorm grote heelal nog meer werelden bevolkt zouden zijn, kunnen we ook die psychen toevoegen in dat ene punt.
Zo één punt zou best kunnen bestaan in een nuldimensionale ruimte, een ruimte die in feite helemaal geen ruimte is in de letterlijke zin van het woord. Ook het begrip tijd zoals wij dat kennen, kan daarin niet bestaan. We moeten dan spreken over een soort eeuwigheid, een oneindigheid, zonder begin en zonder einde.
Een eeuwigheid zonder begin of einde?... Is dat niet de definitie van God, of een god?
Is God misschien niets anders dan een nuldimensionale entiteit met een oneindige kennis? In dat geval kunnen we al zeker niet meer spreken over een 'figuur', een 'oude man', of welke andere gelijkenis met ons mensen. Het oude testament van de bijbel spreekt over "de Heer", maar dat kan zeker niet juist zijn! Dit is trouwens een vakkundige vertaling van de naam Jehovah, een oud-Hebreeuwse weergod, die het volgens de bijbel tot hoofdgod heeft geschopt. Zo bedriegen de christenen zichzelf...
Maar dan blijft natuurlijk de vraag: waarom heeft God de wereld geschapen waarin wij nu leven? We weten nu dat dit geenszins een verbetering is...
Wat is er dan gebeurd?...
- 2. De twee scheppingen - de eerste schepping.
Twéé scheppingen?...
Jawel!
Laat ons beginnen met de eerste schepping, een feit waarover bijna niemand iets weet, maar waarover nochtans info bestaat in oude geschriften - zij het dan fragmentarisch bewaard. Maar dat komt dan weer door de naarstige theologen en geschiedkundigen die enkel wat volgens hen nuttig is, bewaard hielden.
Zoals we reeds zagen is het begrip 'tijd' anders te verstaan dat de som van seconden, minuten, uren, enz. In een nuldimensionale wereld bestaat er een soort tijd, die altijd al heeft bestaan, en altijd zal blijven bestaan. Die tijd is dan ook 'universeel' en onveranderlijk, terwijl onze tijd dat wèl is: onze tijd wordt namelijk bepaald door de fysische inhoud van het heelal, en aangezien die niet altijd heeft bestaan, bestaat onze tijd ook niet altijd. De tijd in ons zonnestelsel verschilt trouwens al van andere stelsels in het heelal, alleen al door het relativiteitsprincipe (zie hierover de theorie van Einstein).
Wat nu dus al eeuwig aan de gang is in de nuldimensionale wereld van God, is het scheppen van tweedimensionale werelden, met begin en dus ook met einde, met daarin (of daarop) levende wezens, die wij gemakshalve goden zullen noemen. Niet onlogisch natuurlijk, als je weet dat die wezens geen stoffelijk lichaam hebben.
De bedoeling van deze schepping is die goden te laten evolueren tot Gods niveau, waarna zij zich kunnen verenigen in dat ene punt, namelijk God zelf!
Maar zo'n schepping heeft natuurlijk een aantal consequenties. Zo is er bijvoorbeeld nood aan communicatie: de goden moeten met mekaar kunnen 'praten', al is het maar om hun evoluties te delen. Maar in een nuldimensionale wereld bestààt er geen communicatie en bestààt er geen tijd om te communiceren! Hiertoe schiep God "Barbelo", een godheid wiens naam "Eerste Gedachte" betekent. Deze godheid was dus verantwoordelijk voor het vormen van gedachten bij de goden, die zij dan konden omzetten in een soort spreken. De communicatie was een feit.
Maar ook de tijd is verschillend: aangezien de tweedimionale wereld geschapen is, is ook te tijd begonnen, en dus niet eeuwig! Nochtans is deze tijd wel universeel - aangezien er geen materie aanwezig is - maar toch eindig.
Hoe God deze tweedimensionale wereld schiep, is ook te begrijpen - tenminste toch gedeeltelijk... Hij hoefde zichzelf enkel te vermenigvuldigen in functie van de dimensies! Aldus is meteen de alomtegenwoordigheid verklaard! God is dus altijd en overal aanwezig; er is geen plaatsje te bedenken waar Hij niet is...
Verder besliste God zijn geschapen goden in bepaalde groepen te organiseren, opdat zij mekaar niet teveel zouden beïnvloeden. Dit kunnen we beschouwen als 'rassen'...
Het is dus best mogelijk dat één bepaald ras sneller evolueert dan de anderen, maar dat is uiteraard geen probleem op zich. Ook in onze tegenwoordige wereld begrijpt de ene mens al iets sneller dan de andere.
Als onmisbaar hulpmiddel gaf God de Vrije Wil aan de goden, opdat zij zich niet uitsluitend verplicht zouden voelen de evolutie door te maken.
Deze Vrije Wil is ook tot op heden in onze wereld nog steeds echt "vrij": wij doen wat we willen, maar dat heeft zo zijn consequenties...
Nog een vrijheid voor de goden was de vermenigvuldiging: de goden konden naar believen goden bijcreëren, zolang zij maar de verantwoordelijkheid bleven nemen voor de opvoeding. Ook hier schiet er in onze wereld niets meer van over...
Over het aantal goden dat er in zo'n tweedimensionale wereld konden verblijven werd een maximum getal gegeven aan een daartoe speciaal geschapen godheid: Melchisedek (niet te verwarren met de ons bekende naam uit de bijbel). Het getal van Melchisedek was een feit, en hij hield daar toezicht over: werd dit getal bereikt, dan konden er geen goden meer bijgeschapen worden...
Wat gebeurt er nu als alle goden de bovenste trede van de evolutie bereikt hebben? Dan worden zij allen opgenomen in dat ene punt, de Goddelijkheid zelve, en leven er in de gelukzalige eeuwigheid.
Gelieve je hier al te realiseren dat 'gelukkig zijn' niet van deze wereld is!
Dit zal duidelijk worden als we de tweede schepping gaan bespreken.
Hoelang duurt nu zo'n schepping? Dat hangt gewoon af van de duurtijd die nodig is om alle kennis vergaard te hebben om naar dat punt te gaan.
Dit hangt dus mede af van de Vrije Wil.
Maar eens opgenomen in de Eenheid, heeft de tweedimensionale schepping geen zin meer, en verdwijnt gewoon in het niets, net zoals ze uit het niets is ontstaan.
Is het dan tijd voor een nieuwe (eerste) schepping? Dat is niet geweten! Omdat het nuldimensionale punt tijdloos is, is het ook niet mogelijk om een volgorde te bepalen van scheppingen, en of ze zelfs tegelijkertijd zouden ontstaan. Ook gelijktijdigheid bestaat niet...
Maar uit het voorgaande blijkt evenwel niets dat zou wijzen op een 'tweede' schepping...
In één van die tweedimensionale scheppingen moet dus iets gebeurd zijn dat een tweede schepping - in meerdere dimensies - noodzakelijk maakte.
Daarom beschouwen we nu meer in detail die ene schepping waarin iets buiten het gewone gebeurd is.
- 3. De tweede schepping.
In de eerste schepping waaruit wij voortvloeiden, werden minstens vier levensvormen (goden) geschapen, waaronder één ras "Mens" wordt genoemd (met een hoofdletter om aan te duiden dat het om goden gaat, en niet de stoffelijke mens).
God wist - uiteraard - dat daar iets mis zou mee lopen, en voorzag enkele bijkomende scheppingen, zoals de 49 Hemelsferen, de Abyss met de godheid Khoronzon, de boodschappers Thoth en Jezus; maar daarover later meer.
Je moet goed beseffen dat er in die eerste schepping geen goed en kwaad bestonden! Je kon enkel goed doen, en aangezien er geen tegenstelling voor was, bestond die term eigenlijk ook niet... Maar met de Vrije Wil kan dat wel degelijk anders, en dat is dan ook wat er gebeurde: binnen de groep 'Mens' werd de dualiteit en dus het kwaad 'uitgevonden'... Er werd aardig wat mee geëxperimenteerd, en het leven van de Mens dreigde behoorlijk verstoord te worden. De goddelijke evolutie was geen prioriteit meer!
Deze dualiteit werd niet aanvaard door God, doch aangezien die onstond door de Vrije Wil, die Hij respecteert, bedacht God een wijze van herstel, om de Mens kans te geven zijn fouten in te zien en terug te keren naar het leven zoals het hoort.
Hiertoe verwees God de Mens naar de Abyss, een soort valkuil, voor een tijdelijk verblijf onder het alziend oog van de daartoe geschapen androgyne god: Khoronzon (over deze god bestaat allerlei occulte nonsens).
Dan gaf God de opdracht tot de tweede schepping aan Pistis-Sophia, een androgyne godheid van een ander ras.
Sophia, de vrouwelijk helft van deze godheid, creëerde echter zelf een godheid, Yaldabaoth, ook de demiurg genoemd, om deze taak uit te voeren.
Het was de bedoeling om een meerdimensionale wereld te scheppen, waarin de Mens 'mens' wordt, met een stoffelijk lichaam om aldus zware beperkingen te ondervinden. Ook zou deze mens totaal onwetend zijn over zijn oorsprong, en dat zelf moeten ontdekken door een soort evolutie door te maken. Hiertoe werd de 'Ziel' geschapen, om in de mens aanwezig te zijn.
Eén van de prachtigste 'uitvindingen' van God is wel de reïncarnatie! Want het is via deze reïncarnatie dat de mens steeds een nieuwe poging kan doen om te ontwaken, om zijn ware aard te leren kennen, om zijn eigenlijk levensdoel te beseffen... (zie appendix 5).
God stelde nu een groot aantal wetten in werking (Randvoorwaarden), om de tweede schepping in goede orde te laten verlopen. Yaldabaoth, die verantwoordelijk was voor de invulling en dus de schepping van de inhoud van het heelal, had wel bepaalde vrijheden, maar de uiteindelijke beslissingen lagen bij God zelf.
God voorzag een grote hoeveelheid potentiële energie, die kon omgezet worden in andere vormen van energie.
Wij kennen in onze wereld verschillende vormen van energie: beweging, snelheid, lichtstralen, massa, warmte, enz.
Nu heeft de natuur de mogelijkheid om van de ene energievorm over te gaan naar de andere, maar hier is al onmiddellijk sprake van een beperking:
Randvoorwaarde nr. 1: energie kan enkel overgaan van een hoger niveau naar een lager, en niet omgekeerd.
Dit wordt in de wetenschap 'entropie' genaamd, en is noodzakelijk om bijvoorbeeld het 'oud worden' te verklaren. Al het 'nieuwe' wordt ouder door slijtage of zelfs gewoon door de tijd. Dit is een soort automatisch 'verval'...
Keren we dus nu terug naar de schepping van de ruimte. Zoals gezegd, werd het Goddelijk potentiaal omgezet in energie, maar dit is wel de volledige energie die het nu bestaande heelal in zich houdt.
In onze normen is dat een bijna oneindige hoeveelheid energie, die zich bundelde in één punt, zonder afmetingen. Die afmetingen zijn er pas gekomen, net vóór de basisenergie uiteenspatte en aldus de ruimte creëerde. Dit is wat men in de wetenschap de 'Big Bang' noemt.
Deze Big Bang gebeurde dus niet vanuit één punt! Want moest dat het geval zijn, dan zouden wij in staat kunnen zijn om dat punt ruimtelijk te gaan bepalen en een soort middelpunt van het heelal vast te leggen. Maar dit blijkt niet mogelijk te zijn:
Randvoorwaarde nr. 2: waar wij ons ook bevinden in het heelal, de omgeving ziet er steeds hetzelfde uit; er kan geen middelpunt gevonden worden.
Dit noemt men de isotropie van het heelal.
We moeten ons dus trachten voor te stellen dat er uit het niets eerst een soort lege ballon opgeblazen werd, waarna de randen van die ballon, waarin de totale energie opgesloten zat, tot explosie kwamen. Met de uitdrukking 'randen van de ballon' bedoelen we het tweedimensionale oppervlak ervan (dus zonder rekening te houden met de dikte ervan). De aldus vrijgekomen energie verspreidde zich dan in alle richtingen.
Dit brengt wel een grote consequentie met zich mee: wanneer iemand bijvoorbeeld aanwezig zou zijn op de rand van die ballon (dit is uiteraard onmogelijk, maar ga terwille van het argument even mee in dit science-fiction-idee), was het zelfs voor hem onmogelijk om de Big Bang waar te nemen aan de andere kant van die ballon!
Dit geeft aan:
Randvoorwaarde nr. 3: er kan geen enkel causaal verband bestaan tussen diverse plaatsen in het heelal...
En dit geeft dan weer aan dat wij hier op aarde enkel in staat zullen zijn om onze ontstaansgeschiedenis te bepalen tot slechts één willekeurig punt op die basisballon...
Over beperkingen gesproken?...
De wetenschap kan hiervoor geen enkele zinnige reden bedenken, maar dat kunnen wij wel: deze Randvoorwaarde zorgt er namelijk voor dat wij niet in staat kunnen zijn enig contact op te nemen met een andere wereld, ergens in het heelal, waar men misschien reeds veel verder gevorderd is dan wij, of net niet. Laat dat goed tot je doordringen: God zorgde ervoor dat iedere ziel op eigen tempo en op eigen initiatief de terugtocht naar huis kan uitvoeren, zonder beïnvloed te worden door andere levensvormen. Dat is ook de reden waarom het heelal zo enorm groot is: wij blijven ruimtelijk beperkt in onze bewegingen, hoe snel de technische vooruitgang ook gaat. Bekende uitspraken zoals bijvoorbeeld: "We zullen wel iets uitvinden om sneller dan het licht te bewegen" hebben geen zin: het ballonmodel van de Big Bang beperkt ons per definitie! Over Goddelijke Randvoorwaarden gesproken?...
Nu was het de taak van Yaldabaoth om invulling te geven aan de pas geschapen ruimte, die, in een fractie van de eerste seconde, uit niets ander bestond dan stralingsenergie.
Er moest derhalve onmiddellijk ingegrepen worden, want anders kreeg je een leeg heelal dat steeds uitdijt met alleen straling erin. Want deze homogene straling kon door niets verstoord worden omdat er helemaal niets anders was!
Er werd dus een soort van verstoring gecreëerd in het golfpatroon van die straling. Je moet weten dat straling in vele mogelijke golflengten bestaat, die wij hier op aarde onderscheiden door de termen: radiogolf, infraroodgolf, zichtbaar lichtgolf, Röntchenstraling, en nog wel meer. Maar het enige verschil tussen al die golven is hun golflengte.
We kunnen ons nu best voorstellen dat bij een Big bang de straling, mooi verdeeld in al haar golflengten, doorheen de ruimte werd geslingerd, waardoor we een perfect homogeen heelal zouden verkrijgen.
Om dit overigens nutteloze resultaat te vermijden, bracht de schepper nu variaties aan in die homogene verdeling, die zich als verstoringen manifesteerden. Je kan dit ook als een soort evenwichtsverstoring beschouwen, waarbij enkele stralingsdeeltjes zich anders gaan gedragen. Het zijn nu deze kleine gedragsveranderingen die er gaan voor zorgen dat er botsingen en samenklonteringen gaan ontstaan op willekeurige plaatsen in het nog jonge heelal.
Hier komt een nieuwe Randvoorwaarde aan de orde:
Randvoorwaarde nr. 4: alle energie is omzetbaar, maar de totale energie blijft onveranderd.
In de wetenschappelijke wereld kent men dit als de 'behoudswet van energie'.
Stralingsenergie kan men op twee manieren beschouwen, namelijk als bewegingsenergie (de lichtsnelheid) en als massaloos deeltje (het foton).
Straling heeft geen massa en beweegt dus tegen de hoogst mogelijke snelheid, de lichtsnelheid, in de fysica aangeduid met de letter c (= 299.792,458 km/sec. in vacuüm).
Randvoorwaarde nr. 5: niets kan sneller bewegen dan een massaloos lichtdeeltje (de lichtsnelheid).
Maar wanneer nu botsingen en klonteringen ontstaan, betekent dat automatisch dat de betrokken deeltjes snelheid zullen verliezen, waardoor er energie 'vrij' zal komen. En mede tengevolge van randvoorwaarden nrs. 1 en 4 kan dit overschot aan energie onmiddellijk omgezet worden in massa-energie.
Met ander woorden: de schepping van materie is een feit! Nu weten we hoe materie 'gemaakt' werd...
Let wel: deze vorming van materie zal geen invloed hebben op de uitdijingssnelheid van het heelal: er is nog heel veel stralingsenergie over om de creatie van ruimte gewoon verder te zetten. Deze uitdijing is trouwens nodig om tot het gigantische heelal te komen, waarover eerder sprake. Maar hoe groot het heelal ook wordt, God is er steeds aanwezig!
Maar we zijn er nog lang niet, want de zonet gecreëerde materie bestaat nog maar enkel uit een paar zeer elementaire deeltjes, die op zich niet al te veel betekenen.
Hier doet een zeer belangrijke fysische wet haar intrede, namelijk die van de gravitatie (lees: aantrekkingskracht).
We geven de voorkeur aan dit woord, omdat er in de ruimte niet echt iets 'aangetrokken' wordt: er hangt bijvoorbeeld niets tussen de maan en de aarde dat er voor zorgt dat die maan aangetrokken wordt. Evenmin is er iets aanwezig dat de aarde zou aangetrokken worden door de zon. En zo kan men verder gaan over het ganse heelal. Hoe komt het dan dat wij de indruk krijgen dat wij aangetrokken worden door de aarde? Waarom zweven wij niet weg?
Het antwoord op deze vragen is tamelijk ingewikkeld en we zullen trachten hier een passende uitleg voor te geven.
Randvoorwaarde nr.6: alle materie zal de omliggende ruimte vierdimensionaal krommen in functie van de massa ervan en haar snelheid.
Geen paniek: deze tekst zal vrij snel duidelijk worden!
In het voorgaande hadden we het niet over dimensies, omdat we ervan uitgingen dat de geschapen ruimte driedimensionaal is, zoals iedereen dat trouwens aan den lijve ondervindt.
Wanneer we ons bijvoorbeeld bewegen van punt A naar punt B, dan is dat een ruimtelijke verplaatsing waarover we een bepaalde tijd doen. Op school hebben we overigens geleerd hoe we dergelijke bewegingen kunnen berekenen met eenvoudige wiskunde binnen het vak dynamica.
Wij leven dus met de begrippen tijd en ruimte als twee afzonderlijke delen van de natuurkunde.
Maar is dat wel zo?...
Néén: we hebben moeten wachten tot Albert Einstein ons duidelijk maakte dat tijd en ruimte in mekaar overvloeien, en er in feite een nieuw begrip ontstaat: de tijdruimte (in het Engels spreekt men over Spacetime, maar ik veronderstel dat de gangbare Nederlandse vertaling beter in het oor ligt dan 'ruimtetijd').
In de praktijk betekent dit dat de tijd zich in bepaalde gevallen gedraagt als een ruimtelijke dimensie.
Wiskundig kan men dit verschijnsel mooier tonen dan in gewone spreektaal:
de drie ruimtelijke coördinaten worden aangeduid met x, y , z
de tijd: t
de verplaatsing: s
de letter d staat voor differentiaal, wat betekent: infinitessimaal klein.
Een verplaatsing van punt A naar B, zoals eerder aangegeven, wordt dus voorgesteld als: ds.
(Om wiskundige redenen moeten alle termen in het kwadraat gezet worden, maar dat doet hier verder niets ter zake.)
In de klassieke ruimte en tijd wordt de verplaatsing aangegeven als een plaatsverschil:
ds² = dx² + dy² + dz²
in deze vergelijking gaat het duidelijk over drie dimensies, en speelt de tijd, die nodig is om de verplaatsing te realiseren, geen rol.
Doch in de tijdruimte die Einstein introduceerde, speelt de tijd wel degelijk een rol:
ds² = -dt² + dx² + dy² + dz²
De consequentie van deze benadering is dat de tijd zich mee gedraagt met de andere termen als een dimensie, en dat houdt dan weer in dat de tijd niet altijd en overal dezelfde is! Jawel, je leest goed: de tijd die nodig is voor een bepaalde beweging, is niet gelijk voor elke waarnemer, waar dan ook in de ruimte.
De tijdsmeting blijkt dus voor iedereen verschillend te zijn, niet alleen naar gelang waar je je bevindt, maar ook en vooral naargelang welke je eigen bewegingssnelheid is tegenover die waargenomen verplaatsing.
Alles is dus relatief. Vandaar de naam: relativiteitstheorie.
Een voorbeeld: twee personen X en Y zijn in beweging ten opzichte van elkaar, en nemen beiden een onafhankelijke beweging waar, van bijvoorbeeld persoon Z.
X zal zeggen dat Z een bepaalde tijd t gebruikt heeft om de beweging uit te voeren. Maar Y zal een andere tijd t' waarnemen, en is het dus niet eens met X. Nu kan je de vraag stellen: wie heeft gelijk: X of Y?
Het zou nogal discriminerend zijn om één van beiden de voorkeur te gaan geven, niet? Want wanneer we vaststellen dat Y in beweging is ten opzichte van X, dan kunnen we ook zeggen dat X in beweging is ten opzichte van Y. We kunnen dus onmogelijk kiezen, want ze hebben in feite allebei gelijk.
Maar dat betekent wel dat er iets behoorlijks mis is met onze rekenmethodes!
En om dit in goede banen te leiden, heeft Einstein (en ook nog enkele andere wetenschappers) een systeem bedacht om alle waarnemers 'gelijk' te stellen, waarop we hier evenwel niet verder zullen ingaan.
Als conclusie onthouden we hier dat we 4 dimensies nodig hebben om alle verschijnselen in het heelal op de juiste manier te beschrijven (de vijfde dimensie speelt hierin geen rol). Randvoorwaarde nr. 6 moet dan ook in die zin begrepen worden: de aanwezigheid van materie zal de omringende ruimte vierdimensionaal krommen.
Dat betekent dat elk materiedeeltje haar onmiddellijke omgeving zal krom trekken, en deze kromming manisfesteert zich - logischerwijze - in functie van de 'zwaarte' van dit deeltje (de massa).
We kunnen ons nu best voorstellen dat wanneer een klein deeltje in de onmiddellijke omgeving komt van een groter deeltje, dit een gekromde beweging zal gaan maken, eenvoudig omdat de ruimte zelf rondom dat grotere deeltje, gekromd is. Het kleine deeltje kan dan ofwel op het grotere invallen, ofwel er blijven rondraaien, zonder dat dit hoeft "aangetrokken" te worden...
De wet van de kromming is uiteraard geldig voor de hele schepping, en is, zoals reeds eerder aangehaald, het beste zichtbaar bij sterren, planeten en manen.
De oorzaak dat de maan rond de aarde draait, en de aarde rond de zon, heeft dus niets te maken met een of andere mysterieuze aantrekking, maar is gewoon het gevolg van de lokale kromming. De aanwezigheid van de zon zorgt voor een immense kromming van de ruimte errond, die verder rijkt dan de dwergplaneet Pluto. Alles wat zich in dit gravitatieveld - want zo noemen we dat dan - bevindt, zal een bewegingsverandering ondergaan in functie van de lokale kromming en de eigen massa. Want het moge duidelijk zijn dat een zwaarder voorwerp minder beïnvloed wordt dan een lichter.
Bovendien begrijpen we nu ook dat in vacuüm (het luchtledige) alle voorwerpen tegen een gelijke snelheid vallen (wanneer ze onder invloed zijn van eenzelfde gravitatieveld): alle materie, hoe zwaar of hoe licht ook, volgt gewoon de kromming van de ruimte; ze kùnnen niet anders!
We hebben nu gezien dat alles in het heelal bijeen gehouden wordt door één groot maar lokaal variërend gravitatieveld, dat op haar beurt bepaald wordt door precies de inhoud van dat heelal. En bovendien moet er voldoende stralingsenergie overblijven om het heelal blijvend te laten uitdijen.
Want wanneer zo'n gigantisch heelal haar 'evenwicht' verliest, krijgen we ofwel een implosie - de kosmos stort in mekaar - ofwel een ongecontroleerde expansie.
Dit is een merkwaardige vaststelling, waarbij we steeds meer respect gaan krijgen voor de organisatie ervan.
Het mechanisme ervan is dan ook hoogst ingewikkeld, maar kan perfect gevisualiseerd worden, zij het dan door middel van de wiskunde.
Einstein introduceerde reeds in 1915 een algemene formule, zeg maar: een werkplan. Deze formule staat bekend als de "Veldvergelijkingen van Einstein".
De meervoudsvorm is doelbewust gekozen, omdat het in feite gaat over een reeks vergelijkingen, die samen in één verkorte vorm kunnen geschreven worden. Die ziet die er zo uit:
In wetenschappelijke
kringen wordt deze formulering als elegant
en mooi beschreven, maar voor de leek is dit eerder een onleesbaar ding...
Bovendien is de compacte vorm ervan eerder nutteloos, eenvoudig omdat je er in de praktijk niets mee kan berekenen!
Het linkerdeel van de gelijkheid staat voor de ruimtelijke ordening van het ganse heelal, en het rechterdeel vertegenwoordigt de inhoud ervan. Men zou evengoed geschreven kunnen hebben:
A = B
Het is dus louter een kwestie van hoe we die lettertekens praktisch gaan invullen, om aldus een reëel beeld te verkrijgen van de structuur van de Tweede Schepping.
Want dit is effectief wat er nu staat aan te komen: we krijgen niet alleen inzicht over wat er gebeurde gedurende de eerste seconden en minuten van het heelal, maar ook over hoe dit gebeurde.
Het is interessant om ook even aan te geven dat Yaldabaoth dit gigantisch scheppingsplan niet alléén uitvoerde. Hij schiep hiertoe 12 archonten, die elk een zeer specifieke taak kregen om alles in goede banen te leiden.
Deze archonten zijn, net zoals Yaldabaoth zelf, slechts tijdelijke goden, die samen met hun schepping zullen verdwijnen wanneer alle zielen terug thuis zijn.
Strikt genomen mogen we stellen dat wij - de mensen - in de hiërarchie hoger staan dan de archonten, omdat wij na ons tijdelijk verblijf in deze wereld terug zullen kunnen overgaan naar het eeuwige Goddelijke leven.
Maar zolang wij hier vertoeven, hebben die archonten een zekere macht over ons, en dat weten ze maar al te goed. Ons stoffelijk deel is immers slechts het resultaat van hun werkzaamheden. Maar uiteraard beseffen zij dat zij uiteindelijk toch zullen moeten verdwijnen, en hebben er dus nu alle belang bij om dit zo lang mogelijk uit te stellen.
Dit doen ze door ons voortdurend te misleiden met de zogenaamde 'geneugten' van het stoffelijk leven. Hoe minder de mensheid beseft dat het leven in deze wereld slechts een tijdelijke quarantaine is, hoe langer de archonten kunnen blijven bestaan. Deze menselijke onwetendheid doorbreken, noemen we 'ontwaken'.
Aan jullie de keuze...
Een bespreking der overige Randvoorwaarden (het zijn er in totaal 49) zou ons te ver in de theoretische fysica brengen, en is niet echt noodzakelijk om deze wereld te begrijpen.
Het moge duidelijk zijn dat het onze taak is om uit deze wereld te geraken, om VERLOST te worden...
Enkel door de verlossing kunnen wij terug naar de tweedimensionale wereld.
- 4. De Verlossingsleer.
Velen menen dat de Verlossingsleer een synoniem is van Gnostiek, en in feite is dat ook zo.
Maar aangezien het woord 'Gnostiek' intussen zo veel verschillende betekenissen heeft gekregen - zoals christelijke afdwaling, sekte, occult systeem, en nog wel andere - zullen we dat woord vanaf nu niet meer gebruiken.
De Verlossingsleer is namelijk helemaal niet te vergelijken met geloofssystemen of occulte toestanden, omdat zij niet ergens in de tijd begonnen is, maar al bestaat sinds het ontstaan van het heelal, meer dan 13 miljard jaar geleden! Het ontstaan van het heelal zelf maakt namelijk deel uit van de Verlossingsleer...
-----------
Toen Jezus (een boodschapper!) zei: "Om het Rijk Gods te bereiken, moet je terug kind worden", bedoelde hij dat letterlijk: vergeet alles wat je geleerd heb, en begin helemaal opnieuw.
Want wàt hebben we geleerd? Hetgeen mensen ons willen laten weten; geschiedenis van onze godsdienst, en hoe die tot bij ons is geraakt. Dàt is wat wij noemen: geschiedenis...
Geschiedenis werd en wordt geschreven door de overwinnaars, maar wie zegt dat die overwinnaars altijd gelijk hadden?...
Iedereen leert bijvoorbeeld over Karel de Grote, maar was die eigenlijk wel zo 'groot'?
Hij was in feite een volkerenmoordenaar en een niets ontziende landveroveraar, die bovendien het handje van de paus boven zijn hoofd had... Want die Karel was toch zo'n goede!
De genocide van Nazi-Duitsland was niets vergeleken met wat Karel de Grote aanrichtte in Europa: niet katholiek? De dood! Zowel mannen als vrouwen en kinderen moesten eraan geloven.
Daar bovenop passeren dan nog een hele hoop grote namen van godsdienstbelijders die ons gemaakt hebben tot wat wij nu zijn: een bende argeloze gelovigen... Wij slikken gewoon hetgeen ons van kinds af aan ingelepeld wordt. En het ergste is dat de mensheid dat gewoon aanvaardt! De onwetende mens gelooft gewoon alles wat er gezegd wordt, en alle anders gerichte literatuur wordt ten stelligste vermeden en verzwegen door de Kerk.
Maar als we het nu eens anders gaan doen?
Laat ons alles wat we op school, thuis, en in de kerk geleerd hebben, wegsmijten en ons openstellen voor andere dingen.
Weliswaar zijn de bronnen zeer beperkt - door o.a. de boekverbranding door de Kerk - maar er bestaan toch nog enkele oude tot zeer oude teksten, die een licht werpen op het verre verleden.
De wetenschap klasseert veel van die teksten onder de rubriek 'mythen', maar met een beetje goede wil doorzien we dat gauw!
Uiteraard bestaan er veel verhalen - vooral dan uit de middeleeuwen - die bijvoorbeeld over draken gaan, en die worden dan stelselmatig ondergebracht bij de 'Literatuur' en zelfs 'poëzie'... Maar wat als zo'n draak gewoon de voorstelling was van een groot en sterk man? We weten dat de gewone middeleeuwer nauwelijks kon lezen of schrijven, en dus is het niet zo verwonderlijk dat er vele metaforen gebruikt werden om het verhaal aanschouwelijker te maken.
Maar er zijn ook nog veel oudere documenten te vinden, een beetje overal in de wereld, van Irak, over Egypte, tot in Zuid-Amerika.
Zo kunnen we er bijvoorbeeld niet onderuit dat de zondvloed echt gebeurd moet zijn... Er bestaan wereldwijd meer dan honderd verhalen waar een zondvloed in voorkomt! Geloof dus niet dat alleen de bijbel hiervoor spreekt. Wannéér die zondvloed er echter was, is natuurlijk een andere zaak, maar we kunnen deze gerust plaatsen in de periode van 10.000 tot 12.000 jaar geleden.
En wie was er dan vóór die zondvloed?...
We kennen natuurlijk allemaal Atlantis, als een mogelijk land in die periode. Het speelt dan geen enkele rol wààr Atlantis dan lag, ook al zoeken er vele vorsers naar.
De wetenschap beweert dat er slechts één bron is over Atlantis, met name de tekst van Plato, en dat het derhalve zeer onwaarschijnlijk is dat deze bestaan zou hebben. Niets is minder waar: er bestaan wel degelijk nog teksten die het land vermelden, maar dat wordt vakkundig door de wetenschap tegengesproken, gewoon omdat dat niet in hun voorstelling van de gangbare geschiedenis past.
Zo weten we bijvoorbeeld dat Atlantis niet alleen was! Er waren nog andere landen of gebieden waar mensen woonden, net zoals er nu verschillende rassen bestaan over de verschillende werelddelen.
Deze volkeren (of rassen) waren:
- de Hyperboriërs
- de Varloorniërs
- de Lemurianen
- de Muërs
- de Saqarra's
- de Filistianen
- de Irems
- de Voids
- de Atlantiërs.
Het is ook bekend dat er oorlogen tussen deze volkeren waren, ook al zijn de redenen daarvoor niet bekend.
We mogen aannemen dat deze volkeren op onze aarde kwamen zo'n 1.800.000 jaar geleden, een periode die mooi overeenkomt met de wetenschappelijke overtuiging dat rond die tijd de eerste mens verscheen.
Van minstens de Hyperboriërs en de Atlantiërs weten we dat zij zeer goed georganiseerd waren! En daarmee wordt bedoeld: om Gnostisch vooruitgang te boeken; niet om wereldlijk te slagen in het leven...
Hiertoe bestond één overkoepelend organisme, zeg maar een leider, die alles in de hand hield. Wel enigszins anders dan de democratie zoals wij die nu kennen. Er waren 400 steden (of gemeenten, provincies, of nog andere), die elk een leider had, die instond voor het ordentelijk verloop van de goddelijke evolutie. We zouden dus kunnen spreken van een theocratie, maar beter is: een gnosicratie...
Dat werkte perfect, zodat er per generatie voldoende zielen ontwaakt waren en niet meer hoefden te reïncarneren. Maar helaas: toen kwam het ego opzetten! De gnosicratie werd een democratie, en dat is niet goed, geloof me!... De hele gemeenschap zonk weg in het aardse, dat zoveel te bieden had, en het echte levensdoel werd onbelangrijk en zelfs onbekend.
Hiertoe creëerde de Vader de boodschapper Thoth, zo'n 40.000 jaar geleden. Maar helaas, dat hielp niet...
Daarom besloot God de bestaande mensheid te vernietigen, met name door de zondvloed.
We bevinden ons nu in de periode, zeg zo'n 12.000 jaar geleden, wanneer een aantal ontwaakte mensen die zondvloed overleefden. En dat waren er natuurlijk meer dan Noach en de zijnen uit de bijbel!
Dit zijn enkele belangrijke (huidige) plaatsen (die we overgangspoorten noemen) waar overlevenden terecht kwamen:
- Nineveh (Irak)
- Orval (België)
- Tiahuanaco (Bolivië)
- Giseh (Egypte)
- Westminster Abbey (Engeland)
- Le Puy-en-Velay (Frankrijk)
- Carnac (Frankrijk)
- Gellone (Frankrijk)
- Saint-Sulpice de Paris (Frankrijk)
- Delphi (Griekenland)
- Tara in Navan (Ierland)
- Ica (Peru)
- Melrose (Schotland)
- Tintern (Wales)
- Vadstena (Zweden), en nog wel enkele andere.
De meeste van deze mensen blijven nobele onbekenden, maar er zijn toch enkele namen overgeleverd.
Zo is er, buiten de bekende familie van Noach, een zekere Tuisto, die zich terugtrok in Skandinavië. Hij zou trouwens een achterkleinzoon van Noach zijn, en de oprichter van de volksstammen der Germanen, een belangijke groep, zoals verder zal blijken.
Ook is er Fintan, een Ier die in Tara is gebleven (zie hierover het interessante boek van Erika Dühnfort: 'Ierse heiligen, helden en druïden').
Verder is er Husal, een koning van het vóór-Egypte (12.000 jaar geleden!), die trouwens verantwoordelijk zou zijn voor de bouw van de drie pyramides, samen met zijn zoon Tadrasan.
Wat we zeker weten, is dat de overlevenden van West-Europa, om ons onbekende redenen, allen noordwaarts trokken, tot in Skandinavië. Dat is trouwens wetenschappelijk vastgesteld. Waarschijnlijk werden zij aangetrokken door Tuisto, die hun leider zou worden.
Zo ontstonden de Germanen, een volkerengroep die zich later terug zuidwaarts zou bewegen, om in feite de Verlossingsleer te verkondigen in Europa!
Maar zover zijn we nog niet, want gedurende de duizenden jaren die volgden, breidde de bevolking zich weliswaar uit, maar de reden waarom ze hier waren, was reeds vergeten! De intussen lang overleden ontwaakten hadden hun taak blijkbaar niet tot een goed einde kunnen brengen, waardoor het volk opnieuw onwetend verloren liep...
Tijd dus, om een nieuwe impuls te geven: God zond ons zijn speciaal voor die taak geschapen Jezus, als mens tussen de mensen om de boodschap te verkondigen.
Maar alweer helaas: zelfs de apostelen, op een paar uitzonderingen na, hadden de echte boodschap niet begrepen en begonnen de boodschapper te aanbidden in plaats van naar zijn boodschap te luisteren. En dat doen wij (de bevolking) nu nog steeds: de Kerk staat er garant voor!...
Nochtans zijn er een paar doorbraken bekend van de Verlossingsleer, die - soms brutaal - teneer geslagen werden.
Zo was er in jaren 300 een zekere Arius, een ontwaakte die zich verzette tegen de toen al goed gevestigde Kerk der christenen: hij viel vooral uit tegen de invoering van de drievuldigheid, een uitvinding van de Kerk om God op te splitsen in drie stukken. Maar op het concilie van het jaar 325 werd zijn leer - het Arianisme - als ketterij bestempeld, en verdween Arius van het toneel.
Een tweede inval van de Verlossingsleer kwam er van de eerder besproken Germanen. Zij kenden de universele Waarheid en kwamen die in West-Europa verkondigen rond de jaren 500 à 600. Maar zij werden met geweld door de pauselijke (en andere) troepen verslagen, waardoor het christendom weer zegevierde. Rond de jaren 800 werd het nog erger door de veroveringen van Karel de Grote 'in naam van God'...
Een derde en in feite laatste poging werd ondernomen in de 12de eeuw, door een zekere Pierre Abélard (Petrus Abelardus), die binnen het kerkelijk bestand zijn ding kwam doen. Maar helaas, dit viel toevallig samen met de opkomst van een bijzondere christene, Bernardus van Clairvaux, die een adembenemende hervorming doorvoerde van bijvoorbeeld de abdijen. Ook ontstonden in de 12de eeuw tientallen nieuwe kloosters en abdijen, alle volgens de ver doorgedreven Benedictusregel. Ook hier hield de toenmalige paus zijn handje boven het hoofd van Bernardus van Clairvaux. De leer van Pierre Abélard werd derhalve als een grote bedreiging voor de Kerk gezien, zodat hij geëxcommuniceerd werd. Aldus werd hem het zwijgen opgelegd.
Er bestaat een interessant (maar nogal langdradig) boekje over deze toestand van Raoul Bauer: 'De geniale mislukking van de middeleeuwen'. Merkwaardige maar juiste titel...
------------
Om terug naar huis te gaan, moeten we een aantal dingen doen.
Nu we weten hoe de vork in de steel zit, moeten we ons gaan onthechten van alle aardse dingen; dingen waar we zogezegd niet zonder kunnen!
Laat het echter duidelijk zijn: aangezien wij in een driedimensionale ruimte met een lichaam leven, moeten we dat lichaam natuurlijk wel onderhouden en gezond houden. Stoppen met eten en drinken is dus niet aan de orde, wel die gewoonte matigen.
Het is absoluut niet noodzakelijk om je op restaurant te gaan volproppen met rijke voeding en wijn, om daarna bijvoorbeeld een sigaar te gaan roken. Wat er zeker niet meer bijhoort, is: genieten. Van het leven genieten, is gehecht zijn aan dit leven, en dat kan niet! Je moet je trachten in te werken in een nieuw soort leven: een leven zonder aardse geneugten, maar met een opperste gelukzaligheid!
Weten en beseffen dat je niet meer hoeft te incarneren om nog maar eens datzelfde te doen met alle miserie vandien, geeft je een mooi vooruitzicht.
De moeilijkste onthechting is evenwel je familie...
Dit had je zeker niet verwacht!
Want wat is familie? Familie is een puur menselijke uitvinding om verbanden te leggen tussen personen. Een vader en een moeder krijgen kinderen, maar die vader en moeder hebben ook ouders, en dat zijn dan voor de kinderen grootouders. En die grootouders hebben dan kleinkinderen, en zijn daar dan nog gelukkig over ook.
Maar een ontwaakte wéét dat dat niet normaal is! Wij werken met zielen, niet met mensen... En de ziel van een vader heeft niets, maar dan ook helemaal niets, te maken met de ziel van de moeder, laat staan met die van de kinderen!
Een ontwaakte weet dat het de taak van de ouders is om hun kinderen op de juiste manier op te voeden, en dat is zeker niet de manier die wij ons eigen gemaakt hebben. Vroeger werd een kind volwassen op 21 jaar. Dat komt oorspronkelijk van de enige juiste manier van opvoeden: de eerste 7 jaar lichamelijk, de volgende 7 jaar levenstudies, en de laatste 7 voor de Verlossingsleer! Aldus was een 21-jarige klaar om zelfstandig de weg naar Huis te kiezen...
Maar aangezien de laatste 7 jaar eerder besteed worden aan het vervolledigen van studies om de aardse weg te gaan, is mislukken het gevolg. Kinderen wéten niet dat er een Pad naar Huis bestaat, zij wéten niet dat er een ander soort leven wacht, zij wéten niets van hun ware aard, zij wéten niet waarom ze hier op aarde leven...
En dat allemaal omdat ook de ouders dat niet wisten! Als dat geen vicieuze cirkel is?
Familierelaties hebben dus geen enkele zin van bestaan: elk kind dat 21 wordt, wordt zelfstandig. Op je 21ste maak je zelf de keuze: gaan voor de Verlossing zoals je geleerd hebt, of toch maar gaan voor het aardse. Maar die keuze hébben ze niet echt ! Ze wéten niets...
En dat familiegevoel wordt nog eens aangemoedigd door de genealogie: de familiestudie.
Probeer van de idee af te komen dat genetische overeenkomsten belangrijk zijn. Breek met je familie, en doe wat Jezus zei: 'Laat alles en iedereen achter, en volg mij'.
Toen Jezus aan het prediken was, bemerkte een apostel dat Maria, de moeder van Jezus, aankwam en hij zei tegen Jezus: 'Heer, uw moeder is daar.' Maar Jezus antwoordde: 'Ik heb helemaal geen moeder'.
Begrijp je nu waaróm Jezus dit zei?...
Geen enkele priester of bisschop kan een zinnige verklaring voor deze uitspraak geven, en zij zullen zich verschuilen achter zinnen zoals: 'Gods wegen zijn ondoorgrondelijk'. Voor een ontwaakte zijn Gods wegen niet zo ondoorgrondelijk als de Kerk ons wil doen geloven.
Om de goddelijke wereld te kunnen betreden, moeten we dus af van deze nep-familie. Niet eenvoudig...
Je moet je ouders, grootouders, broers, zusters, tantes en ooms (en zelfs je kinderen als die boven de 21 zijn) letterlijk zeggen dat je afscheid van hen neemt omdat je een andere weg gaat volgen die Jezus aangegeven heeft. Zij moeten dat namelijk ook wéten: je kan hen niet gewoon in de steek laten. Trouwens, door het te weten, raken zij misschien wel geïnteresseerd in waaróm jij dat doet...
Geen familiefeestjes meer, geen verjaardagen, geen nieuwjaarsfeestjes,
noem maar op.
Dit is de de moeilijkste maar belangrijkste onthechting waar je voor staat.
Andere onthechtingen zijn de verslavingen. Zeg niet te gemakkelijk: 'ik ben aan niets verslaafd'. Want wat bijvoorbeeld met persoonlijke bezittingen? Een eigen huis, eigen meubelen, een verzameling...
Het is evenwel geen wet dat je dat allemaal moet verkopen, want wat doe je dan met dat geld? Geld over of teveel hebben, is trouwens ook niet goed, want je geraakt eraan gehecht... Het is de bedoeling dat je ervan onthecht wordt, ook al bezit je die dingen nog. Ook niet eenvoudig...
Eén ding moet nog gezegd worden: als je de juiste keuze hebt gemaakt om definitief naar huis te gaan, sta je er niet echt alleen voor, ook al krijg je de indruk van wel.
Want we hebben nog niet echt over God gesproken. God is niet het minste geïnteresseerd in wat wij hier op aarde allemaal doen. Behalve als we ontwaakt zijn, en het Pad van Jezus gaan volgen. Dan wel!
Hoeveel de mensen ook bidden in kerken of tempels, zij krijgen geen antwoord van God, gewoon omdat die gebeden voor de verkeerde god(en) bedoeld zijn! Daarom ook dat er zoveel mensen in deze moderne tijden niet meer geloven dat er überhaupt een God bestaat.
Wij weten beter, en het is een ware troost dat God weet dat wij weten...
En dat "contact" kunnen we onderhouden door bijvoorbeeld dagelijks een gebedje te prevelen, of gewoon even dag te zeggen tegen de Vader.
Dit is een goed gebed:
Goede morgen, Vader van het Al, Kosmos!
Groot is mijn dank voor de ontwaking die me overkomen is.
Groot is mijn dank om uitverkoren te zijn.
Groot is mijn respect voor uw echte wereld.
Groot is mijn Liefde voor U en uw totale Eénheid.
Groot en onvoorwaardelijk is mijn vertrouwen in U. (*)
Vergeef me mijn zonden van dit leven.
Vergeef me mijn zonden van vorige levens in onwetendheid.
Geef mij de kracht om vol te houden.
Geef mij de kracht om Uw Wil te volbrengen.
Geef mij de kracht om andere zielen te kunnen vergeven.
Geef mij de kracht om vervuld te worden. (**)
Geef mij de kracht om geduld te hebben.
Geef mij inzicht om ook deze dag door te komen.
Amen.
(*) Omdat wij zeker zijn van het vertrouwen van God in ons, moeten wij ook bereid zijn om Hem te vertrouwen, en dat onvoorwaardelijk!
(**) Vervuld worden wij met de kennis (Gnosis!). Maar wij kunnen pas overgaan naar de werkelijke wereld als wij volledig vervuld zijn, dat wil zeggen dat er geen plaats meer is voor gelijk welke andere kennis.
De Hallen van Amenti.
Men spreekt over de 'Hallen' in het meervoud, omdat er twee zijn:
- Walhalla, ook wel Hal der Doden genoemd,
- Shamballa, ook wel Hal der Levenden genoemd.
Het Walhalle is de plaats waar de zielen der overledenen terechtkomen die niet, of nog niet, ontwaakt zijn. Daarom de Hal der Doden...
Deze zielen, ontdaan van hun persoonlijkheid, verblijven daar, tot ze - in opdracht - terug gaan incarneren. Deze plaats bevindt zich dus niet buiten het heelal of zelfs buiten de aarde!
Naar verluid zouden beide hallen zich onder het vroegere Atlantis bevinden, en dat zou dan vermoedelijk - ik herhaal: vermoedelijk - in de Mauritaanse Sahara zijn, onder de ringvormige constructie.
In het Shamballa daarentegen bevinden zich de zielen der ontwaakten, die daar - ook nog in de aarde - hun laatste instructies krijgen om dan ons heelal definitief te verlaten, om naar HUIS te gaan!...
Hoe komen die zielen daar nu? Wel, bij het overlijden van het stoffelijk lichaam komen er een soort godinnen, Walkuren genoemd, die de zielen begeleiden naar één van de twee Hallen van Amenti.
Deze walkuren worden enkel in de noordse mythen vernoemd, en worden voorgesteld door strijdvaardige dames te paard... Deze voorstelling zorgt er uiteraard voor dat het over 'mythen' gaat.
In Walhalla worden zielen ondermeer uitgestuurd als een soort engelbewaarder, om andere geïncarneerde zielen bij te staan. Let op: deze zielsbewaarders hebben geen enkele bevoegdheid: zij kunnen niet uit eigen wil tussenbeide komen bij welk conflict dan ook. Zij fungeren enkel als tijdloze verbinding met de hogere instanties, als er iets dreigt mis te gaan met de levende. De Kosmos zelf bepaalt dan of het de moeite loont om iets te ondernemen. En dat hangt dan weer af van of het om een zeer jonge ziel gaat of een zeer oude! Oude zielen staan namelijk veel dichter bij de ontwakingsfase en dan kan een 'ongeluk' eerder vermeden worden. Wanneer iemand dus een hopeloze situatie wonderbaarlijk overleeft, is dat geen mirakel, maar gewoon een toepassing van de goddelijke wet...
Ook in Shamballa kunnen zielen teruggestuurd worden naar de stoffelijke wereld, al is dat zeer uitzonderlijk. Dat zijn dan de zogenoemde halfgoden. Zij worden voor een zeer specifieke taak teruggestuurd, maar dat gebeurt dan in overleg.
Maar de meeste ontwaakte zielen beginnen dan hun onstoffelijke terugweg naar hun oorspronkelijke thuis, onder begeleiding van aartsengelen. Dàt is de taak van aartsengelen, en niets anders...
- 5. De 49 Hemelsferen.
Buiten het stoffelijk heelal, voorzag God dat de terugweg naar 'Huis' in verschillende stappen zou plaatsvinden, en schiep derhalve de 49 Hemelsferen:
Sfeer 1, is de zuiver stoffelijke wereld, zonder enige vorm van leven; een stuk rots bijvoorbeeld. Volgens sommige occulte verenigingen hebben ook rotsen en water spirituele eigenschappen, maar dat is nonsens.
Sfeer 2 is de sfeer van het vegetatief leven, dat vooral zorgt voor de voeding van de hogere levensvormen.
Sfeer 3 zijn de lagere diersoorten. Hiermee wordt bedoeld het gevogelte, de vissen, en enkele insekten.
Sfeer 4 zijn de hogere dieren. Dit zijn alle landdieren, ook zoals men noemt de huisdieren, en landbouwdieren.
Sfeer 5 vertegenwoordigt de onwetende mens. De mens die gewoon leeft (of geleefd wordt!) zonder ook maar enig besef van zijn herkomst of doel hier op aarde. Ook goden van de tweede orde, engelen en demonen behoren tot deze rangorde.
Goden van de tweede orde zijn die goden die door de mens zelf zijn opgericht (geschapen). Daar horen alle culturele goden bij, zoals die uit de Soemerische, Egyptische, Griekse, Romeinse, Hindoeïstische, cultuur, maar ook de ons meer bekende gosdienstige goden zoals Yahweh, de god van Mozes, Allah, Krischna, enz. Het massaal aanbidden van deze goden zorgt voor hetgeen wij een 'eon' noemen, waaraan men gehecht geraakt. Vandaar dat het zo moeilijk is om uit die godsdiensten te stappen!
Sfeer 6 is de sfeer der ontwaakten! De stap van Sfeer 5 naar 6 is gigantisch: je wéét waarom je leeft, je wéét wie je bent, en je wéét waar je naartoe gaat...
Sfeer 7 is de Verlichting. Dit is de sfeer van het Shamballa, de laatste plaats, waarna je effectief naar huis gaat.
Sfeer 8 is de uiteindelijke Verlossingssfeer! Je bent nu verlost van deze wereld en je gaat onder begeleiding van aartsengelen naar huis.
Sfeer 9 t/m 18: geen informatie bekend. Maar dat is natuurlijk logisch...
Sfeer 19: hier word je geconfronteerd met het Goddelijke Zelf.
Sfeer 20 t/m 25: geen informatie bekend.
Sfeer 26: de tijdelijke verblijfplaats van het Kleed van Jezus. Nog vóór hij in zijn stoffelijk lichaam trad, bestond Jezus al in spirituele vorm, en om naar de aarde te bewegen en niet 'gezien' te worden door de archonten stuurde hij zijn kleed naar deze Hemelsfeer. Dit verklaart trouwens het fameuze verhaal van de Ster van Bethlehem; dat was helemaal geen ster, maar het achterlaten van zijn kleed...
Sfeer 27 t/m 35: geen informatie bekend.
Sfeer 36: hier bevinden zich de Akasha-kronieken, niet beschikbaar voor de mens.
Sfeer 37 t/m 42: geen informatie bekend.
Sfeer 43: dit is de Bruiloftskamer. Hier ruilen we definitief onze ziel om voor het 'bruidskleed' van het Christusprincipe! We zijn nu terug ons Ware Zelf, zoals God die oorspronkelijk geschapen heeft.
Sfeer 44 t/m 47: de thuisbasis van de verschillende goddelijke rassen. We zijn thuis.
Sfeer 48: de sfeer van Barbelo, de Eerste Gedachte, en van Khoronzon, uit de eerste schepping.
Sfeer 49: de voorbereidende sfeer voor de eeuwigheid. Dit is een puur Goddelijke Sfeer, waarover uitvoerig gesproken wordt in de boeken van Jeû, hier niet aan de orde.
Appendix 1.
Spirituele boodschappen.
Het is belangrijk dat de ontwaakte ziel het verschil leert kennen tussen goddelijke en ongoddelijke boodschappen.
De occulte wereld wordt al jaren overspoeld met duizenden boodschappen onder alle mogelijk vormen, zoals dromen, automatisch schrift, visioenen, en zelfs dictees van talloze bladzijden.
Ontvangers van dergelijke berichten voelen zich dan geëerd, en zijn ervan overtuigd contact gehad te hebben met de spirituele wereld, waaronder niet alleen overleden familieleden, historische figuren en occultisten, maar ook Maria Magdalena, en zelfs Jezus zelf!
Al deze mededelingen komen echter uit de astrale wereld, en zijn één grote misleiding, gestuurd door de archonten en/of hun engelen en demonen.
Het herkennen van een echte Goddelijke boodschap, onafhankelijk van deze wereld, is nochtans op zich vrij eenvoudig: de wereld van God spreekt namelijk niet in woorden...
De wereldberoemde tekst: "In den beginne was het Woord, en het Woord was God" slaat dan ook niet op de oorspronkelijke schepping van de godenwereld (zonder ruimte), maar wel op de twééde schepping: het stoffelijk heelal waarin wij ons nu bevinden. Het gebruik van een "Woord" om de schepping in gang te zetten, komt dus van Jaldabaoth, en niet van de Vader-God!
Wanneer wij nu Gnostisch leven, zoals Jezus ons dat heeft geleerd en gedemonstreerd, zullen wij de hulp van de Kosmos in haar geheel en God in het bijzonder kunnen verkrijgen onder twee vormen:
1. de nodige kracht (energie) om vol te houden en gnostisch 'vervuld' te raken;
2. de nodige inzichten (kennis).
Het verkrijgen van inzichten zal ook op twee manieren gebeuren:
1. een onmiddellijk (tijdloos) besef van 'weten', zonder dus echt een boodschap te horen of te zien;
2. het zien van één of meerdere symbolen.
Bij het eerste punt krijg je dus het gevoel dat je, hetgeen je vroeg, al lang wist, maar dat het nu pas tot je doordringt. In feite is dat ook zo, maar we zijn het allemaal al lang vergeten...
Het tweede punt is echter niet zo eenvoudig.
Al duizenden jaren gebruikt de mens symbolen voor alle mogelijke doeleinden, en hoe geheimzinniger ze zijn, hoe liever we het hebben: een verslaving aan het mysterieuze...
Maar Goddelijke symbolen werken helemaal anders: ze zijn namelijk niet bedoeld om met wat giswerk achter de betekenis te komen! Als we in gedachte houden dat de Goddelijke wereld geen woorden gebruikt, heeft het ook geen zin om woorden te gaan zoeken achter de symbolen.
Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat een getal geen getal is...
Nogal wat oude manuscripten gebruiken een aantal merkwaardige klanken, vergezeld van rare tekeningen en veel getallen.
Het wordt tijd om ons te gaan distantiëren van onze gebruikelijke wijze van interpretatie van symbolen.
Een Goddelijk symbool of getal dient als een geheel beschouwd te worden, waarbij je een flits of indruk van informatie verkrijgt, door bijvoorbeeld een soort meditatie op dat symbool uit te voeren, zonder dus een rationele betekenis te gaan zoeken. Daarom is een getal géén getal, maar een vorm. Een vorm waarin de boodschap besloten ligt.
De Kosmos gebruikt deze vorm van communicatie echter uitsluitend als de gevraagde kennis niet uit het verleden is terug te roepen, en als het ook echt nuttig is voor je verdere Gnostisch leven. Goddelijke symbolen zijn dus eerder zeldzaam.
Misschien wordt nu wel volgend citaat uit de Nag Hammadi geschriften veel duidelijker:
"Dat is de kennis die Hij op het einde aan de eonen heeft geopenbaard als Zijn Schrift. Daarbij heeft Hij duidelijk gemaakt dat het noch stemhebbende noch stemloze klanken zijn, die iemand hardop leest maar die inhoudsloos voor hem blijven. Integendeel, het zijn de schrifttekens der Waarheid, die alleen kunnen worden uitgesproken door wie ze zelf kent.
Iedere letter op zich is al een complete gedachte, een volledig boek. Want het zijn schrifttekens door de Vader voor de eonen vastgelegd, opdat ze door Zijn lettertekens de Vader zouden kennen". (uit: Evangelie der Waarheid, vertaald door Jacob Slavenburg)
Appendix 2.
De oudste bronnen.
We weten dat Thoth ongeveer 40.000 jaar geleden, en Jezus zo'n 2.000 jaar geleden op aarde als boodschapper zijn verschenen.
Maar welke bronnen van informatie hadden de volkeren vóór die tijd?
Aangezien we weten dat de mens al ongeveer 1.800.000 jaren aanwezig is op deze aarde, kan het niet zijn dat er geen informatie beschikbaar was.
En die was er wel!
Het is geweten dat kinderen pas op hun 21ste jaar onafhankelijk worden van hun ouders. Dit zijn drie cycli van zeven jaren:
- 1 tot 7 jaar: opvoeding van het stoffelijk lichaam
- 8 tot 14 jaar: opvoeding over lezen, schrijven, rekenen, enz.
- 15 tot 21 jaar: spirituele opvoeding over Gnostiek.
Deze laatste periode is reeds sinds duizenden jaren vervallen, en dus weet een kind op zijn of haar 21ste jaar van niets! Geen reden waarom het leeft, en geen reden wat te doen in dit leven.
Maar hoe leerden de kinderen vóór die tijd? Zeg maar 50.000 jaar geleden of zelfs 200.000 jaar... We spreken dan over de tijd der Atlantiërs, Hyperboriërs, Muërs, en de andere volkeren.
Wel, dat gebeurde door "uittredingen"...
Aangezien de ontwaking van de mens een zeer persoonlijk proces is, was het onmogelijk om de Gnostiek te voorzien in het lessenpakket van de toenmalige jeugd. Men leerde dus niet de Gnostiek, maar wel het middel om die te ontdekken!
Ten tijde van Henoch - een Hyperboriër - ontstonden drie bundels boeken waaruit alles geleerd kon worden. In feite waren het geen echte 'boeken', maar astrale bronnen die door letters of korte woorden werden voorgesteld, en waar men dan hoefde "in" te gaan, door uittreding.
Deze bundels zijn:
- 4 tabletten met 552 letters: een soort Akasha-kriniek, maar dan van de aarde alleen.
Een voorbeeld:
- 49 bladen met 49x49 letters: info over de 49 Hemelsferen; een voorbeeld:
- 30 Aethyrs (elk bestaande uit 3 tekens), genummerd van 30 tot 1: een soort cursus Gnostiek (zie appendix 3).
Door uit te treden kan je nu deze drie bundels 'bezoeken' en er lessen uit leren.
Aangezien de boodschap van Thoth noch Jezus haar doel bereikt heeft; aangezien geen 'derde' boodschapper voorzien is; en aangezien er in deze moderne tijd bijna geen leraars Gnostiek zijn, is het misschien aangewezen om die oude techniek van het uittreden terug uit de kast te halen.
Deze drie bundels zijn immers nog steeds ter beschikking!...
Appendix 3.
Uiteenzetting der 30 Aethyrs:
30 - TEX (poortwachters: tablet Water)
vier secties: 1) Noord: gebied van Karma & haar beperkingen;
2) Oost: persoonlijk verlangen & haar beperkingen;
3) Zuid: gebied der stilte & drang naar woordeloze communicatie;
4) West: limitatie, realisatie der tekortkomingen van het ego.
29 - RII (poortwachters: tablet Aarde)
weer vier secties: 1) Noord: rechtspraak, karmische noodzaak;
2) Oost: wraakverlangen, besef van rechtvaardigheid;
3) Zuid: besef van leven na de fysieke dood;
4) West: besef van eindigheid & onvermijdelijkheid.
28 - BAG (poortwachters: Aarde)
besef van onwaardigheid; besef van karmische zonde & spijt;
besef van dualiteit & noodzakelijke kwaad en goed;
besef van het ontstaan van ego.
27 - ZAA (poortwachters: Aarde)
besef van menselijke eenzaamheid van het begin tot het doodseinde;
besef van goed én slecht gevoel van isolatie;
besef van mogelijkheid tot hogerop komen (godin Nuït).
26 - DES (poortwachters: Aarde)
het rijk van logica & reden, maar met de onderliggende overtuiging dat die niet tot Waarheid leiden, omdat de dualistische krachten sterker zijn dan voorheen.
25 - VTI (poortwachters: Aarde)
besef dat destructie nodig is voor creatie - sterven om herboren te worden; een gids-engel zal je benaderen en het zwijgen opleggen.
24 - NIA (poortwachters: Aarde)
besef van het mentale lichaam; imitatie van lichamelijke dood; gevoel van uittreding; besef van de aanwezigheid van de eerste Abyss, waar velen invallen...
------------
23 - TOR (poortwachters: Aarde)
besef van harde werk op aarde als het begin van evolutie; besef van de reden der aanwezigheid van het fysieke heelal.
22 - LIN (poortwachters: Lucht, Aarde, Water, Vuur)
zuiver bewustzijn zonder besef van het lichamelijke;
de vormeloosheid is als een sluier.
21 - ASP (poortwachters: Lucht)
visie op de spirituele natuur van de mens; confrontatie met het ego;
demonen worden zichtbaar.
20 - KHR (poortwachters: Lucht)
een god draait een spinnewiel: het rad van godsdiensten & politiek.
19 - POP (poortwachters: Lucht)
inwijding ihet karmisch gedrag: geweld, bloedvergieten, dood;
een dolk splitst een lichtstraal & opent het bewustzijn;
je ontmoet de godin Babalon.
18 - ZEN (poortwachters: Lucht)
definitie van het Endura; betekenis van de twee kruisigingen:
1) het ego ter bevrijding van het hogere zelf,
2) het hogere zelf ter bevrijding van het Ware Zelf.
17 - TAN (poortwachters: Lucht)
relativiteitsbeginsel: alles is reëel volgens het bewustzijnsniveau;
besef van de balans der universa: stoffelijk versus spiritueel, met karma als krachtdrager.
16 - LEA (poortwachters: Lucht)
dualiteit van het objectieve en het subjectieve, voorgesteld door Babalon;
duiding van het karmische verleden.
15 - OXO (poortwachters: Lucht)
besef dat leven geen doel is op zichzelf; 'verleiding' door Salomé (?)
14 - VTA (poortwachters: Vuur)
besef van de vormeloze duisternis, zonder emoties;
besef van vergankelijkheid.
13 - ZIM (poortwachters: Vuur)
broederschap der leraars.
12 - LOE (poortwachters: Vuur)
besef van compassie voor de zielen, nogmaals gegeven door Babalon.
11 - IKH (poortwachters: Water, Water, Vuur)
voorstelling van de hoogst mogelijk Hemelsfeer voor de mensenziel;
zicht op de tweede abyss:
10 - ZAX (poortwachters: Unietablet + demon KHORONZON)
de Abyss tussen materie en geest;
de demon maakt je gedachten leeg en je ego onbestaand. Maar hij kan ook tégen je werken...
9 - ZIP (poortwachters: Vuur)
besef van pure rust; besef van geest boven materie.
8 - ZID (poortwachters: Vuur)
besef van eigen Ware Zelf; besef van de ware Wil.
7 - DEO (poortwachters: Vuur)
besef van de Goddelijke Liefde.
6 - MAZ (poortwachters: Vuur)
besef van Goddelijke Creativiteit.
5 - LIT (poortwachters: Water)
openbaring van alle 'menselijke' goden & godinnen, in verleden, heden, en toekomst.
4 - PAZ (poortwachters: Water)
?
3 - ZOM (poortwachters: Water)
besef van het oneindig kleine: de nuldimensionaliteit van God;
besef van je eigen scheppingskracht als een god.
2 - ARN (poortwachters: Water)
?
1 - LIL (poortwachters: Water)
besef van de monadische staat.
Appendix 4.
De Goddelijke Hiërarchie (de eerste orde):
1) Vader van het Al, de onnoembare, de nul-dimensionale Monade
2) Barbelo, 1ste Gedachte, 1ste emanatie (48ste Hemelsfeer)
3) Khoronzon, de godheid van de tweede Abyss
4) de zeven Elohims (effectieve scheppers der 49 Hemelsferen)
5) Jeû (de gehele lichtkracht)
6) Yaldabaoth (Pronoia-Sambathas; Ptah), principeel geschapen door Sophia
7) Universele Logos
8) Galactische Logos
9) Solaire Logos
10) Planetaire Logos (Nuït)
11) Aartsengelen (zielsbegeleiders doorheen de Hemelsferen)
12) Heer van het Walhalla (Osiris = Wotan = Odin)
13) Walkuren (godinnen, de zielsbegeleiders naar het Walhalla)
14) Heren van Karma & Melchisedek (getal van)
(Na het verdwijnen van de gehele schepping, blijft enkel nr. 1 over!...)
De goden, godinnen, engelen, demonen, enz. van de tweede orde, zijn geschapen door de mensheid zelve, doorheen de eeuwen.
Appendix 5.
Reïncarnatie: het wat en waarom...
Reïncarnatie is veruit het bekendse begrip uit de spirituele wereld - van godsdienst tot occultisme - maar velen geloven erin zonder te weten wat dit eigenlijk inhoudt, of zelfs gewoon om tegen de traditionele gosdiensten in te gaan.
Alle occulte en astrale systemen nemen de reïncarnatie op in hun leer, maar zijn de eigenlijke oorzaak ervan al lang vergeten, of hebben het zelfs nooit geweten! Er is altijd sprake van "bewustzijnsverhoging van de ziel", maar geen mens weet wat dit concreet inhoudt. Je zult maar de vraag stellen: 'wat gebeurt er als de ziel het hoogst mogelijke niveau bereikt heeft? Stopt de reïncarnatie dan? Of gaat ze om de een of andere reden gewoon door?'...
De gnostieke leringen geven ons evenwel de ware betekenis van dit mysterie.
Toen we als goddelijk wezen "uit" de schepping werden gezet, stelde de Vader-God ons een systeem ter beschikking om terug "in" die schepping te geraken. We noemen dit: VERLOST WORDEN.
We gaan hier niet in detail de erfzonde en het karma bespreken, maar we moeten wel beseffen dat we enkel verlost kunnen worden door het aflossen van al dat karma, dat we al zovele levens meesleuren. En hier komt de Goddelijke goedheid naar voren: we krijgen namelijk elke keer weer een nieuwe kans om verlost te worden. Hoe dom en slecht we ook in een leven zijn, we "mogen" steeds terug proberen. En daat gaat zolang door tot we wakker worden en dus begrijpen wat ons te doen staat. Eens verlost, hebben we geen stoffelijk lichaam - en dus ook geen reïncarnaties - meer nodig!
Dát is de reïncarnatie: een geniaal plan waarbij geen enkele ziel overgeslagen wordt. Iedereen krijgt meerdere kansen. Jezus heeft ons daartoe de weg gewezen, maar de Kerk heeft er een potje van gemaakt, waardoor de boodschapper nu aanbeden wordt, in plaats van die boodschap te gaan volgen. Bovendien heeft de Kerk in de 6de eeuw (!) de reïncarnatie uit het christelijk geloof gehaald, waardoor velen zich nu op een dwaalspoor bevinden.
Er zijn nochtans vele oude geschriften (manuscripten) te vinden waar de reïncarnatie gedemonstreerd wordt, zij het dan onder de vorm van parabels of verhalen. Zowel de gosdienstige als de wetenschappelijke wereld heeft die teksten geclasseerd als mythen, sagen, poëzie, literatuur, of gewoon als leuke folklore. Dit omdat zij niet passen in hun normen en waarden...
Mooie voorbeelden zijn te vinden in enkele oude Ierse druïdenteksten, waarin de rïncarnatie voorgesteld wordt als een wisseling van diergedaanten: stekelvarken, hert, arend, enz. Op die wijze leren deze oude teksten ons heel wat: ze gaan zelfs terug tot vóór de zondvloed, wat betekent dat het in feite Atlantiërs zijn die ons hun verhaal vertellen... De oorsprong van dergelijke verhalen dateert waarschijnlijk van lang vóór onze jaartelling, en is dus te vergelijken met oud-testamentische boeken.
Wàt reïncarneert er?
Reïncarnatie kan pas in werking treden als we dood zijn. Ons stoffelijk lichaam kan dus zeker niet in aanmerking komen om terug te komen! Enkel de ziel, geladen met karma en het Ware Zelf, zal terugkeren.
Om dit beter te begrijpen, geven we hier een samenvatting van wat de mens eigenlijk is, waaruit hij bestaat.
De mens - ook wel microkosmos genoemd - bestaat uit verschillende "lichamen", waarvan het stoffelijke uiteraard het meest bekende is. Maar dit stoffelijk lichaam is omringd door meerdere andere lichamen:
1. het eterisch lichaam; dit zorgt voor de biologische functies van ons stoffelijk lichaam;
2. het astraal lichaam; ook wel 'emotioneel' lichaam geenoemd, en is dus verantwoordelijk voor ons gevoelsleven;
3. het mentaal lichaam; dit zorgt voor ons denk- en redeneringsvermogen, creativiteit, persoonlijkheid, enz.
4. het causaal lichaam; dit lichaam is voolopig niet functioneel, maar zorgt ervoor dat we al onze vorige levens kunnen bekijken en beoordelen.
Dit alles wordt omgeven, of zit gevat in, de Lipika, een soort onzichtbaar vlies dat alle bovengenoemde lichaam samenhoudt rondom ons stoffelijk lichaam. Deze Lipika wordt soms aanzien als de ziel, maar dat is niet juist omdat ze niet mee incarneert! Alle vier de bovengenoemde lichamen zullen namelijk mee verdwijnen met de dood van ons stoffelijk lichaam. Enkel de ziel, die geen benoembare plaats inneemt in het lichaam, zal een tijdelijk verblijf krijgen in hetgeen men noemt de "spiegelsfeer" (het Walhalla), totdat de tijd daar is om terug te incarneren. Deze ziel bezit dus niets meer van je persoonlijkheid en neemt enkel het karma mee. Het is dan ook dit karma dat zal overgenomen worden door een nieuw stoffelijk lichaam en diens nieuwe persoonlijkheid.
Daarom is het ook mogelijk dat iemand een déjà-vu ervaart: het karma van de vorige persoonlijkheid kan namelijk verband houden met bepaalde plaatsen of gebeurtenissen! Wanneer bijvoorbeeld een Europeaan voor het eerst naar China reist, of naar Amerika, kan zo'n déjà-vu-verschijnsel optreden.
Wanneer de tijd daar is om te reïncarneren, krijft de ziel een lichaam toegewezen door de Heren van Karma. Het is dan dit lichaam dat een nieuwe kans krijgt om te ontwaken...
Het kan evenwel gebeuren dat een ziel weigert te incarneren, omdat het bijvoorbeeld 'aangenaam' vertoeven is in het Walhalla.
Dit is uiteraard tegen de Goddelijke wet, en dus wordt die ziel gedwongen!
Het enige verweer dat die ziel dan heeft, is zich te wapenen tégen de reïncarnatie, en dus tégen het verkrijgen van kinderen.
Zo'n ziel in bijvoorbeeld een vrouwelijk lichaam zal zich zo snel mogelijk uiten als een man, en in een mannelijk lichaam als een vrouw. Enkel de stoffelijke kracht van de betrokken mens bepaalt wanneer dit verschijnsel zich zal voordoen...